Over mij
Van 2006 tot 2015 werkte ik als huisarts in Limburg (Westelijke Mijnstreek). Als regulier arts leerde ik diagnoses stellen en ziektes uitsluiten, maar ik ontdekte ook dat de afwezigheid van een ziekte niet zomaar betekende dat iemand gezond was. Terwijl ik als beginnend huisarts vooral bezig was met het oplossen van symptomen, verschoof mijn aandacht in de loop der jaren steeds meer naar de vraag waarom bepaalde mensen klachten krijgen en waarom sommige mensen niet beter worden. Het zelfgenezend vermogen van het lichaam bleek niet bij iedereen even sterk, maar hoe kan dat?
Naast de reguliere geneeskunde was ik ook altijd nieuwsgierig naar de complementaire benadering van ziekte. Alles wat kon bijdragen aan een betere gezondheid (mits zonder risico) vond ik interessant. Helaas staan de reguliere en de complementaire geneeskunde in Nederland mijlenver uit elkaar. Ze hebben hetzelfde doel, namelijk genezing, maar ze spreken vanuit een totaal ander referentiekader. De reguliere geneeskunde houdt zich vooral bezig met het vaststellen en bestrijden van ziekte, terwijl de complementaire geneeskunde vooral haar focus legt op verbetering van gezondheid.
Naar mijn mening is er voor beide methoden wat te zeggen, en ligt de waarheid in het midden.
Een arts is ook maar een mens en dat heb ik aan den lijve ondervonden. Ik heb ervaren hoezeer stress van invloed is op je gezondheid en hoezeer lichamelijke beperkingen invloed hebben op je gemoedstoestand en omgekeerd. Het is een cliché, maar verbeteren van de wereld begint inderdaad bij jezelf... Alle adviezen die ik aan anderen gaf mocht ik op mezelf gaan toepassen en dat viel eerlijk gezegd niet mee. "Weten en adviseren" is iets heel anders dan "ervaren en toepassen". Maar de basis van je gezondheid begint uiteindelijk toch bij jezelf.
Het is mijn missie geworden om anderen te motiveren om hun gezondheid weer in eigen hand te nemen. Ik vind dat ook de keuze tussen reguliere en/of complementaire zorg daarbij hoort, mits men op een verantwoorde wijze hierover geadviseerd wordt. Aan dit laatste wil ik graag een bijdrage leveren.